Dag Koen,
Bij het lezen van je brief voelde ik een zekere tweestrijd. Aan de ene kant werd ik geraakt door de poëtische blik die je op leiderschap werpt, prachtig verwoord met een citaat van Herman Hesse. Het idee van "self-transcendence" – het vermogen om jezelf telkens weer te overstijgen, in dienst van iets groters dan jezelf, en steeds opnieuw te vragen: “Hoe kan ik dienen?” – blijft intrigerend en raakt een diepe kern van wat leiderschap zou kunnen zijn.
Maar tegelijkertijd voelde ik ook een zekere aarzeling. Het klinkt zo romantisch, misschien té romantisch. Want het punt dat ik in mijn vorige brief wilde benadrukken, is juist dat leiders zoals Mandela, die dat verheven stadium hebben bereikt, en hun levenspartners een hoge prijs betalen. Een prijs die vooral in hun privéleven wordt geïncasseerd. Mandela zag zijn kinderen niet opgroeien en scheidde twee jaar na zijn vrijlating van zijn tweede vrouw. Zijn woorden in de rechtbank: “I was the loneliest man during the period I stayed with her” getuigen van een diepe eenzaamheid. En op de bruiloft van zijn dochter Zindzi sprak hij over het noodlot van vrijheidsstrijders: “It seems to be the destiny of freedom fighters to have unstable personal lives… That has always been my greatest regret.”
Denk ook aan Martin Luther King, een ander icoon uit het pantheon van leiderschap, maar ook gekend voor zijn vele buitenechtelijke relaties. Hij droeg niet alleen de lasten van een volk, maar bracht die ook mee naar huis – uiteindelijk gaf hij zelfs zijn leven voor zijn idealen. Het vraagt een bijzonder soort mens om naast zulke leiders te staan. Ze geven zichzelf weg voor het grotere geheel, maar dat geheel sluit het gezin vaak niet in. En dan zwijg ik nog over de kleine, menselijke kantjes die zelfs deze grote figuren tekenen: Marthur Luther King had soms een kort lontje naar zijn naasten toe, Mandela liet geen huisdieren toe voor zijn kinderen, en Barack Obama, heeft ooit als jonge senator in de mannen-wc van de Senaat een vechtpartij gehad.
Ik waardeer het dat je Joe Bidens leiderschap aanhaalt. Voor mij heeft hij onbewust bekwaam perfect de "hitte" gereguleerd, zoals Heifetz dat noemt. Als hij te vroeg het stokje had overgedragen, was Kamala Harris wellicht nog te veel omstreden geweest. Maar door te wachten, heeft hij het land en de partij de kans gegeven om zelf tot de conclusie te komen dat zij klaar was voor het leiderschap.
Met de verkiezingen in de Verenigde Staten in aantocht wil ik toch even de focus richten op haar. Het blijft daar spannend, een nek-aan-nekrace. In zulke tijden stemt men niet enkel op partijen, maar op persoonlijkheden. De vraag is dan: heeft Kamala het charisma dat nodig is?
Charisma is een merkwaardig iets. Moeilijk te grijpen, maar zoals je weet, het is wel aan te leren. Charisma bestaat uit een reeks technieken: het gebruik van metaforen, krachtige verhalen en anekdotes (“I have a dream”), retorische vragen, ‘drie-stap rakketten’, contrasten, en het neerzetten van hoge verwachtingen (“Make America Great Again”). En natuurlijk, alles moet met de juiste timing en flair gebracht worden: grote gebaren, expressieve gezichtsuitdrukkingen, een stem die op het juiste moment resoneert.
Dat charisma verkiezingen kan beslissen, staat buiten kijf. Onderzoekers zoals John Antonakis en Philippe Jacquart hebben de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 1916 tot 2016 nauwkeurig voorspeld, mede door rekening te houden met de invloed van charisma naast economische factoren. Ze voorspelden zelfs de ‘onverwachte’ overwinning van Trump in 2016.
Maar er is een verschil tussen mannelijk en vrouwelijk charisma. Mannelijke eigenschappen worden vaak sneller als charismatisch gezien, zeker in tijden van crisis wanneer iedereen zoekt naar iemand die richting geeft. Vrouwen hebben het lastiger in dat opzicht. Zij moeten balanceren tussen kracht en zorgzaamheid, tussen leiderschap tonen en toch toegankelijk blijven, willen ze geen aversie opwekken. Hillary Clinton wist die dunne lijn onvoldoende te bewandelen, maar Kamala Harris doet dat tot nu toe bijzonder goed.
Haar volgers zien haar als een moderne Jeanne d’Arc, een strijder met doorzettingsvermogen, die barrières doorbreekt en zich inzet voor rechtvaardigheid en gelijkheid. Ze weet de visuele symboliek goed te bespelen: op kritieke momenten draagt ze donkere, mannelijk ogende pakken. Tegelijkertijd toont ze haar vrouwelijke kant door vaak Converse-sneakers te dragen, wat haar stijl casual maar professioneel houdt. Haar aanpak van kwesties als gezondheidszorg en gerechtelijke hervorming toont haar empathische kant, wat haar neerzet als een soort strijdende moederfiguur. Dat moederlijke gezag hoor je bv in haar gekende uitspaak “Mister Vice President, I’m speaking” tegen Mike Pence in 2020 of recenter tegen demonstranten die riepen over de oorlog in Gaza tijdens haar bijeenkomst in Detroit: "You know what, if you want Donald Trump to win, then say that. Otherwise, I'm speaking,"
Charisma heeft ook te maken met verbinding. Wie vindt je charismatisch? Dat hangt af of het verhaal dat je brengt aansluit bij de gevoelens en morele overtuigingen van je publiek. Daarom zien velen van ons Trump niet als charismatisch, terwijl hij dat volgens onderzoek wel degelijk is, misschien zelfs meer dan Harris.
Omdat beiden kandidaten erg charismatisch zijn, zal het verschil in deze verkiezingen hierdoor niet gemaakt worden volgens het model van Antonakis en Jacquart. Maar wel door de vraag: kan Harris zich voldoende profileren als een nieuwe kandidaat, en niet als de verderzetting van Biden? Als ze wordt gezien als zijn verlengstuk, dan wint Trump. De marges zijn echter klein en de betrouwbaarheidsintervallen in deze verkiezingen ruim in, zodat het nog steeds elke kant op kan volgens hun model. En zoals altijd blijven onverwachte gebeurtenissen – de fameuze “events, dear boy, events” – een beslissende factor. The future will tell.
Charismatische groet 😉
Jesse
Jesse Segers is bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Exeter (VK) en partner van Ginkgo Consulting (BE). Hij helpt leiders en hun organisaties in hun ontwikkeling.